W ORLD E XPLORER     

Siteoverzicht
Email
Homepage
     

Rubriek : Dier - algemeen

De apen van de Nieuwe Wereld

De apen van de Nieuwe Wereld - ook wel breedneusapen genoemd - hebben wel veel trekken gemeen met de apen van de Oude Wereld - de smalneusapen - maar ze zijn er niet nauw mee verwant. Hun gebit is anders. Verder staan hun neusgaten ver uiteen en zijwaarts gericht. Hun duim kan niet tegenover de andere vingers gesteld worden (opponeren). Bij de meeste soorten breedneusapen is de staart een echte grijpstaart, een 'vijfde hand' zoals die dan wel wordt genoemd, met een vingerachtig uiteinde. Dit alles in tegenstelling tot de kenmerken van de smalneuzen. Er zijn twee duidelijk verschillende families : de Cebidae of grijpstaartapen en de Callitrichidae of dwergaapjes.
Tot de Cebidae, de grootste familie, behoren onder andere de capucijnapen, de slingerapen en de wolapen. In groepen bewonen ze de middelhoge etages van de wouden. Onder de echte apen (mensapen dus uitgezonderd) zijn ze waarschijnlijk de intelligentste. Ze gebruiken werktuigen als een steen om een noot open te kraken en in gevangenschap hebben ze wel eens schilderingen op muren gemaakt. Het zijn actieve dagdieren, die leven van vruchten en klein gedierte.
In de bovenste lagen kunnen we de brulapen vinden. Ze hebben een sterk ontwikkeld strottenhoofd en een als klankbord werkend blaasvormig tongbeen. Ze staan dan ook bekend om hun brullende kreten, die kilometers ver hoorbaar zijn. Ze zijn fors - zo groot als een flinke hond - en leven in kleine, afzonderlijke groepjes, hoofdzakelijk van bladeren.
In grote groepen en in verschillende soorten komende de doodshoofdaapjes voor. Ze hebben een prachtige, geelgroene tot goudbruine vacht, grote ogen en oren en een donkere kop met een wit gezichtje. Hun dikke staart is geen grijpstaart. Ze eten bladeren, vruchten, insecten en ander klein gedierte. Ze zijn ook in gevangenschap - ze worden wel als huisdier gehouden - erg gesteld op gezelschap. In enkele landen is nu een uitvoerverbod van deze doodshoofdaapjes.
Het enige nachtdier onder de apen is de doeroekoeli, om zijn grote en zeer lichtgevoelige ogen ook wel uilaapje genoemd. Overdag slapen ze in kleine groepjes, tegen elkaar gedrukt, in holtes in bomen. Verkoop van deze diertjes - als huisdier - is overal verboden.
Dan zijn er nog enkele bijzondere soorten, in de dunne takjes bovenin de bomen. Dat zijn bijvoorbeeld de springaapjes, die slapen met in elkaar geslagen staarten, die overigens als balanceerstok dienen. Uitzonderlijk is ook dat de jongen van de springaapjes door de vaders worden meegenomen. Zeer zeldzaam zijn de oeakari's of kortstaartapen. Ze zijn langharig. Twee soorten zijn donker, ��n soort is spierwit en ��n soort is roodbruin, maar hun bleke gezichten zijn volkomen kaal. Alleen bij opwinding lopen die wat rood aan.
De andere familie van de breedneusapen, die van de Callitrichidae of dwergaapjes, die in tegenstelling tot de Cebidae meer jongen tegelijk dragen, omvat de penseelaapjes of zijde-aapjes, de leeuwaapjes (zie foto), de tamarins en de pinch�-aapjes. Ze worden ook wel klauwaapjes genoemd, omdat ze geen nagels hebben, maar klauwen, behalve aan de grote teen.
E�n van hen, de springtamarin wordt wel beschouwd als een overgangsvorm naar de Cebidae, om zijn gebit en omdat hij maar ��n jong tegelijk draagt. Hij heeft echter typische klauwtjes. Op alle soorten is sinds de zeventiende eeuw intensief gejaagd voor de huisdierenhandel. Van de goudkopleeuwaapjes, zo genoemd om hun prachtige goudgele manen, wordt geschat dat er nog maar enkele honderden bestaan. Zeven andere soorten breedneusapen, waaronder de witte oeakari, de springtamarin en de wolaap, staan ook op de lijst van ernstig bedreigde diersoorten.
 


Klik hier om deze pagina als je startpagina in te stellen !

Google
 
Web www.worldexplorer.be
www.infoblog.be
© 2006 - WorldExplorer